Je winkelwagen is momenteel leeg!
Met negen kinderen, een aantal moeders, opa Henk, Frank en Jouck. Op de plaats van aankomst bij het landgoed lieten we eerst een paar bekende(?) vogelgeluiden horen om in de stemming te komen. De merel, de vink, de tjiftjaf; alleen de aanwezige vogels zongen er dwars doorheen. En die tjiftjaf, zei die nou echt zo duidelijk tjiftjaf? Eenmaal in het bos hoorden we roodborst, winterrrrkoning, roodborstje, zwartkopje, zagen we koolmezen, merels, vinken vliegen… De kinderen zagen pluizenbollen van paardebloemen, rupsjes, kevers. Met z’n allen struinden ze vrolijk door het fluitekruid en onderzochten alles wat ze op hun pad tegenkwamen. De kalfjes van de brandrode runderen, bijna te lief om achter te laten. We zagen zelfs een reebok! Eén moment dacht ik: ‘Kom, laten we nu met de vogelgeluiden aan de slag gaan’… In plaats daarvan beleefden we met z’n allen volop de lenteverschijnselen in het bos en dat werkte aanstekelijk. Wel fijn dat Frank daar ook verstand van had, zo konden we een loopkever en een kortschildkever een naam geven. En ontdekken dat rupsen verschillende loopjes hebben. En ondanks de lentezon smaakte de warme chocolademelk lekker!