Je winkelwagen is momenteel leeg!
Met de fiets is het vanuit Zutphen om de hoek, met de auto is het flink ingewikkeld en
een ommelandse reis om De weg naar het ganzenei te bereiken. Lucie en Jules zouden
rechtstreeks gebracht worden door hun ouders, maar zijn nooit gearriveerd. Hun tocht
liep dood op fietspaden. Met de vaste kern van Saar, Luuk, Karel, Thomas, Borre en
eersteling Yara (en haar vader) is het ons wel gelukt om per auto de historische
boerderij van Hendrik-Jan Wassink te Cortenoever te bereiken. Vanaf hier bewandelden
we de rode route van het Laarzenpad van natuurbeheerder SBB. Bij de boerderij trok
een aanhalige poes de meeste aandacht, terwijl in de bosjes de mezen en een grote bonte
specht zich lieten horen. De poes achterlatend zijn we toch maar op pad gegaan.
Zou het grasland hier net zo vol grote zilverreigers zitten als in dat weiland dat
we vanuit de auto zagen…. Helaas, het leek wel leeg. Maar na goed kijken en opletten
zat er wel een buizerd op een paaltje, wat van afstand gewoon leek op een verlengd
paaltje. Er waren ook blauwe reigers, ja die vallen veel minder op dan witgekleurde
reigers. Een grote groepen ganzen vloog in de verte op, kennelijk geschrokken van een
overvliegend vliegtuigje. Een klein groepje vloog onze kant op. Door het tegenlicht was
niet te zien welke soort gans het was, maarhet gegak was overduidelijk: het waren grauwe ganzen. Hé, weer een rijtje ganzen? Nee, het silhouet van de vogel is een kruis en bij ganzen zitten de vleugels meer naar achteren. Het waren aalscholvers! En zo vogels kijkend, sjokten we door het nog natte gras richting IJssel. Bij de rivier aangekomen moesten er eerst stenen van de oever in het water gegooid worden. Ondanks dat de
ijsvogel van twee kinderen de lievelingsvogel is, leek het plonzen van
stenen even belangrijker dan of er wellicht een ijsvogel voorbij kwam
vliegen. Die kwam dus ook niet. Na het afsluiten van de steentjesgooisessie zagen
we twee watersnippen voorbijschieten enin de begroeiing van een watergeul
verdwijnen. Wij daar natuurlijk voorzichtig op af. Ja, daar zaten ze. Maar voor iedereen ze goed kon zien maakte onze massale belangstelling de snippen zo zenuwachtig, dat ze er weer vandoor gingen.
Ondertussen was het alweer flink warm aan het worden. We zochten de schaduw van
een meidoorn en vleiden ons daar neer in het nog steeds natte gras om met elkaar wat te
drinken. Thomas greep deze gelegenheid aan om druiven uit eigen tuin uit z’n rugzak
tevoorschijn te halen en uit te delen. Jouck had voor bij het bekertje diksap Schotsekoekjes meegenomen in een doosje in de vorm van een bootje, met op de zijkant
afbeeldingen van een papegaaiduiker en meeuwen. Karel wilde het graag hebben. Even
later voer het in de geul waar we naast zaten. Drie jongens begaven zich het water in en
probeerden het bootje in bedwang te houden. Helaas, het raakte buiten bereik van de
kinderen, ondanks dat Borre z’n laarzen vol liet lopen om nog een stapje dieper te
kunnen gaan. Dag bootje…… En jongens, bedankt voor dit vermakelijke
pauzeprogramma!
Naast vogels kregen op onze tocht ook andere dieren aandacht. Thomas ving een
groene kikker, die zich zalig in de zon zittend op zijn arm liet opwarmen. Er
werd een waterslak uit een poel gehaald, dat was dus de poelslak, aldus het
natuurboek van Karel waar “alles” in staat en dat hij trouw elke excursie meeneemt.
Er kwam nog een mosselschelp voorbij en Borre verzamelde drollen: restanten van
een paardenvijg en hazenkeutels En toen zagen we de haas zelf, althans zijn oren en
ogen die boven het gras uitkwamen. Die hielden ons heel goed in de gaten. Tja, als je dan
nog dichterbij wil komen met een groep enthousiaste kinderen….. roetsj en weg was de
haas.
Nog niet genoemde vogels die we wel in het opschrijfboekje van Saar tegenkomen zijn:
zwarte kraaien, roeken, kauwen, zilverreiger, staartmeesjes, wilde eenden, heel veel
kieviten en ook ooievaren, houtduif, spreeuwen en nog veel meer buizerds. Aan het eind
van de wandeling was het dusdanig opgewarmd dat de buizerds niet meer op hun
paaltjes bleven zitten, maar zich door de opstijgende opgewarmde lucht naar grote
hoogte lieten dragen. Diverse buizerds cirkelden op de thermiek naar boven, al dan niet
belaagd door zwaluwen.
We waren iets vroeger bij de boerderij terug dan we gepland hadden. We ploften neer in de schaduw van de schuur. Enkele kinderen bedachten spelletjes die
vervolgens werden gespeeld: levend memory en improvisatietoneel. Totdat de kat weer verscheen en opnieuw alle aandacht kreeg. Zo was het kringetje
weer rond en stapten even later tevreden kinderen, vader en twee begeleiders in de auto om terug te rijden naar de Kaardebol.
Jouck en Frank