Laatste nieuws

Ringen kerkuil theetuin 20 juli 2024

Zaterdag 20 juli te gast bij de theetuin in Vierakker om hier het enige kerkuilen jong van dit seizoen te ringen.  Vanuit het oogpunt van educatie stellen Bert en Rikjan hun erf, de theetuin, open voor belangstellenden om tegen een kleine vergoeding, waarvan de helft van de opbrengst als gift voor de Oelenwappers is. De Oelenwappers zijn vrijwilligers van de uilenwerkgroep en maken deel uit van de Vogelwerkgroep Zutphen en omstreken.

De bijeenkomst was goed bezocht en voor ons als vrijwilligers van de oelewappers leuk om te verzorgen voor zulke enthousiaste belangstellenden. We begonnen de sessie uiteraard met een heerlijk kopje koffie en verse thee met wat lekkers erbij. Voor      een   ieder die hier belangstelling voor had lag er info over de kerkuil en de nieuwsbrief kerkuilen van april 2024 om mee te nemen. Dit blad is bestemd voor iedereen die betrokken is bij de bescherming van kerkuilen.

Rond 11:00 gingen we met z’n allen naar buiten richting de nestkast. Hier werd uitleg gegeven over de kerkuil en zijn leefgebied, en het belang en noodzaak van het ringen van vogels werd uitgelegd. De omstanders konden uitgebreid vragen stellen hier werd volop gebruik van gemaakt. Fons mijn collega ringer, Jannes de gebiedscontroleur en Francis, onze administratief ondersteuner, beantwoorden samen met mij de vele vragen.

Toen was het zover, de kinderen mochten aanschuiven aan de ringtafel om het goed te kunnen zien, de kerkuil werd deskundig uit de kast gehaald. Natuurlijk is het een prachtig gezicht om zo’n prachtige uil van dicht bij te zien. De kerkuil werd gewogen, de vleugellengte werd gemeten, de sekse is vastgesteld en uiteraard werd de uil voorzien van een ring. Voor alle belangstellenden was de kerkuil kort te zien en werd vervolgens weer teruggezet in de nestkast.  Het is een prachtige dame van 57 dagen oud, volkomen gezond en prima aan gewicht. Over een week of twee vliegt deze dame uit en wordt er een gezond exemplaar aan de kerkuilenpopulatie toegevoegd.

Mary Mombarg.

Dank aan Gerja Visscher voor de foto’s