Je winkelwagen is momenteel leeg!
Welkom bij de Vogelwerkgroep Zutphen e.o.
Nieuw op de site
Welkom pagina, Update home page 25 nov gepland.
- Een bijzondere vangst
- Kraanvogels volop op trek.
- Hoe gaat het met de zeearenden
- foto v.d. maand van H. Bouwman
Overige pagina’s
- Verslag excursie in de Duursche Waarden
- Toegevoegd Huishoudelijk reglement 2023
- Toegevoegd Bescherming-persoonsgegevens-VWG-Zutphen-triodos-3
- Verslag van de Jonge vogelaars naar Ravenswaard op 5 oktober 2024 j.l.
- Archief excursie verslagen toegevoegd
- Verslag excursie 21 september 2024
- Activiteiten programma sept t/m dec 2024 Jonge vogelaars
- Nieuwsbrief nr. 50 augustus 2024
- Activiteiten programma 2e helft 2024
Kraanvogels over Nederland of Crane Migration Radar Foto RvS uit archief
Nieuw: Trekmodule Fisches
Actuele telresultaten trektelpost Onderlaatse Laak
Usutuvirus vragen en antwoorden
Welke soort wordt vogel van het jaar 2025. Nog even geduld!
Oehoe blijft toenemen in Nederland
Het prachtige wandelboekje “Vogelwandelingen in en om Zutphen” is nog steeds verkrijgbaar. Hierin staan maar liefst 22 wandelingen en 2 fietstochten beschreven. het boekje is via de link vogelwandelingen te bestellen.
Zorgwekkende afname van weidevogels. Lees hier meer
Broedvogels in Nederland 2023 is verschenen.
Bron SOVON.
Tijgermug ook in Zutphen gesignaleerd
Mag Gelderland Knobbelzwanen blijven afschieten? Rechtszaak tegen het afschieten van knobbelzwanen in Gelderland. Binnenkort meer nieuws hierover.
vogelwerkgroep noordwest-achterhoek
Wandeltip
Webcams Slechtvalken Nederland
Vogeltrek in Falsterbo. September 2023
Zomaar wat plaatjes
Een bijzondere vangst. In de omgeving van Zutphen worden op meerdere locaties vogels gevangen en geringd voor de wetenschap (https://www.vrgijsselvallei.nl/, https://vogeltrekstation.nl/).
De trektijd van half augustus tot ongeveer half november is voor ringers een spannende tijd. Soorten volgen elkaar op en het onverwachte is er bijna elke telling. Het heeft wat extra’s deze tijd. Veel van de tellingen zijn te volgen op https://www.trektellen.nl/.
Op vrijdag 18 oktober hing een op een fitis gelijkend vogeltje met wat grotere kop en opvallende oogstreep in het net bij Zutphen. Is dit dan een ‘Migratory East Asian Passerine’, een dwaalgast en zit ik goed met mijn determinatie, gaat er dan door je hoofd. Ja dus, een Raddes Boszanger!
Deze soort broedt in centraal Siberië van ongeveer Kazachstan tot Noord-Korea en overwintert in Zuidoost-Azië. Het eerste geval in Nederland was in 1974 en de soort wordt bijna jaarlijks gezien sinds 1996 vooral aan de kust.
Hoe bijzonder is het, dat misschien wel de enige Raddes Boszanger van 2024 bij Zutphen gevangen en geringd is.
Een hele blije ringer van de Vogelringgroep IJsselvallei,
Marcel Ruijs
Dank aan Marcel Ruijs voor het delen en de prachtige foto’s van deze soort. meer info zie ook waarneming.nl en CDNA
EURO BIRDWATCH 2024. Zaterdag 5 oktober 2024 heeft de Vogelwerkgroep Zutphen, deelgenomen aan de internationale vogelteldag: de EuroBirdwatch. In ongeveer 40 landen in heel Europa worden op deze dag trekvogels geteld. In Nederland gebeurt dit op meer dan 150 telposten. De VWG-Zutphen staat vanaf 07:30 uur bij de telpost Onderlaatse Laak. Vogelbescherming Nederland maakt op zaterdagavond de top 10 van meest getelde trekvogels in Nederland bekend. Het najaar is dé tijd van het jaar om recordaantallen vogels te zien. Veel vogels die bij ons hebben gebroed trekken nu naar het warmere zuiden. Vanuit het hoge noorden of oosten komen vogels naar ons land om te overwinteren of ze trekken in die tijd door ons land. Bij helder weer zie je ze letterlijk vliegen, vaak in grote groepen. Voor vogelaars is dit hét moment van het jaar om naar buiten te gaan, de vogels te zien én te tellen. Ook bij de telpost de Onderlaatse Laak wordt die dag vanaf zonsopkomst geteld. We tellen de trekvogels in ieder geval tussen 07:30 en 13:00 uur, en als het de moeite waard is, tellen we langer door. Vorig jaar werden in Nederland tijdens de Birdwatch ruim 340.000 vogels geteld in 214 soorten. Tijdens eerdere edities werden zelfs al eens meer dan één miljoen geteld! Spreeuw, Graspieper en Vink vormden in 2023 de top 3. Ook worden er regelmatig bijzondere vogels gezien. Zin om het eens mee te maken kan door gewoon langs te komen en eens te kijken hoe of dat allemaal in zijn werk gaat of gewoon mee te tellen. Immers; hoe meer ogen, hoe meer vogels we kunnen vinden. Onder deze link kun je zien wat we zagen op de telpost Onderlaatse Laak tijdens de Birdwatch 2023. https://www.trektellen.nl/count/view/2805/20230930 De verwachtingen van wat we gaan zien zijn altijd hoog gespannen en ik verzeker je; het is altijd leuk (al zeg ik het zelf). Wanneer je wilt komen kijken; lopend of met de fiets kun je tot aan de telpost komen. Kom je met de auto, dan moet je die parkeren in de berm van de Warkenseweg, ten oosten van de voormalige Camping Warnsveld en een paar honderd meter lopen (zie kaartjes). Eventuele stoeltjes, paraplu’s en/of eten/koffie moet je zelf meenemen. Meer informatie over de World BirdWatch vindt u hier:http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/birdwatch
Foto van de Maand. Ditmaal een prachtige opname van Henk Bouwman. Deze foto is genomen vanuit een vogel hut, die je kan huren om dit soort mooie foto’s te maken. Het moment van Henk. “Het was vooral geluk. Ik kon een hele dure lens lenen van Fujifilm en net die dag ook nog mooi weer en onder andere deze sperwer” Heb je ook een leuke/mooie foto gemaakt in Nederland stuur dan een mail en wat de beleving bij de genomen vogelfoto was.
Hoe gaat het met de zeearenden. Zoals het er naar uit ziet gaan de Nederlandse zeearenden dit jaar de veertig paar halen en mogelijk meer. Niet allemaal succesvol broedend maar wel bezetten ze een territorium met goede vooruitzichten voor de toekomst. Leuk en goed om die ontwikkelingen door onderzoek te volgen en vast te leggen. Een zo jonge nieuwe populatie maakt vele ontwikkelingen door waarvan we veel kunnen leren. Over de leeftijd, paarsamenstelling en verspreiding bijvoorbeeld. Globaal kun je jonge zeearenden op het nest ringen, in het veld zijn ze vooral nadien met de huidige fotografie goed te herkennen en vast te leggen. Naast het ringen kun je ze van een zender voorzien hetgeen bij veertien jonge vogels tussen 2019 en 2021 is gebeurt. Acht hebben nog een werkzame zender, één vliegt rond zonder signaal terwijl er vijf gesneuveld zijn door windmolens vergiftiging, territoriumstrijd en het verkeer. Inderdaad een groot aantal menselijke factoren maar het grootste deel van de gezenderde vogels leeft nog, is bijna volwassen en heeft zich met een partner in een territorium gevestigd. Vraag die regelmatig gesteld wordt is wat de noodzaak is van al dit onderzoek. Alles is toch al bekend en het ring- en zenderwerk zorgt voor onrust en verstoring? Die verstoring duurt over het algemeen maar kort, de ouders blijven tijdens het ringen vaak in de buurt. Om snel binnen een uur terug te keren als het ring- en of zenderwerk voltooid is. Maar niet altijd, zo duurde het in de IJsseldelta zowel in 2013- als in 2015 meer dan twee dagen eer het zeearendpaar terug keerde op het nest. Daarbij speelde de dominante vrouw AF19 een belangrijke rol. In het veld meed ze al elke publieke belangstelling in tegenstelling tot haar man die gewoon over de fotografen op de Vossemeerdijk heen vloog. Die twee dagen afwezigheid bij een nest met jongen geeft risico’s als er slecht weer losbreekt of een predator als oehoe of boommarter op strooptocht gaat. Vanwege die schuwheid van deze vrouw is destijds door Staatsbosbeheer besloten dat de jongen van dit paar niet meer geringd mochten worden. Gezien het bovenstaande is het opmerkelijk dat één terreinbeheerder in Nederland mordicus tegen het jaarlijks ringen van zeearenden blijft: It Fryske Gea. Volgens de woordvoerder is ringen onnodig, alles is immers uit het buitenland al bekend. En het levert alleen maar verstoring en onrust op in de gebieden, ook voor andere kwetsbare soorten. En het ringen van alle zeearenden is volgens It Gea al helemaal overbodig. Opmerkelijk omdat verstoring door ringen uitzonderlijk is in Nederland en alleen van een tijd terug bekend is toen de populatie nog maar vier paar telde. Terwijl het helemaal niet gaat om het ringen van alle jonge zeearenden maar een proportioneel populatiedeel. Dat alles al uit het buitenland al bekend is is eveneens discutabel. Door de ringen en zenders zijn er veel nieuwe feiten over hoe de zeearend zich weet te handhaven in ons overvolle land bekend geworden. Zo broeden er nu zeearenden van het Vogeleiland bij Amsterdam, Duitse zeearenden in Friesland en zijn er soms (erg) nauwe familiebanden. Dat weten we dankzij de ringen en de vele aflezers. Ook weten we hierdoor dat we nu drie reproducerende generaties zeearenden tegelijk in Nederland herbergen. Dat geeft de kracht en aanpassingsmogelijkheden van deze soort mooi weer. Zo lang als het duurt want ziektes en ander malheur zoals een veranderende publieke opinie kunnen snel de situatie veranderen. Kijk maar naar de grauwe gans, steenmarter en bever. Genoeg reden om een deel van de populatie jaarlijks te ringen zou je denken, zo niet in Friesland. Daar ontstaat door het ringverbod van It Fryske Gea een langdurig ‘black-hole’ in de zeearendkennis. Waar gaan de Friese arenden heen, hoe oud worden ze en met wie vestigen ze zich: we weten het niet. Door vele zeearendonderzoekers en vogelliefhebbers wordt dit betreurd. Meten is weten tenslotte en kennis is noodzakelijk voor het behoud van een soort. Zou je denken. Destijds in 2013 was het IJsseldeltapaar één van de 4-5 in Nederland nestelende zeearenden, een goede reden om er super zuinig op te zijn. Inmiddels is de situatie drastisch veranderd, we huisvesten circa veertig paar terwijl er een heel regiment aan onvolwassen arenden klaar staat om nieuwe locaties en open gevallen plekken in te nemen. En zeearenden kunnen wennen aan een situatie. Zo volgen we de aanvankelijk zeer schuwe zeearendvrouw AF19 al dertien jaar en blijkt ze haar gedrag te hebben aangepast. Ze vliegt regelmatig laag over als ze gaat jagen om vervolgens ook weer dichtbij met prooi te passeren. We hebben haar verschillende malen vlak bij de boot gehad toen ze een brasem ving. Dit veranderend gedrag geeft aan dat het valt te overwegen om de jongen van haar in de toekomst weer te gaan ringen. Zeker gezien het feit dat deze vogel de oudst bekende zeearend van Nederland is en haar wèl geringde jongen ( 2013 en 2015) voor veel nieuwe informatie hebben gezorgd. Ze worden nog steeds gezien waardoor we weten hoe oud ze zijn en waar ze uithangen. Handig voor bescherming en het vergroten van kennis. Voor het ringen van een zeearend heb je de toestemming van de beheerder van het betrokken gebied nodig, dat kunnen bijvoorbeeld Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer of de Landschappen zijn. Zo kan een substantieel deel van de populatie gevolgd worden, er zullen inmiddels meer dan honderd zeearenden in Nederland van een ring zijn voorzien. Door verspreid over Nederland, pak-hem-beet, jaarlijks 30% van de jonge vogels te ringen krijg je een mooie dwarsdoorsnede van de populatie- ontwikkeling. Gezien het bovenstaande is het opmerkelijk dat één terreinbeheerder in Nederland mordicus tegen het jaarlijks ringen van zeearenden blijft: It Fryske Gea. Volgens de woordvoerder is ringen onnodig, alles is immers uit het buitenland al bekend. En het levert alleen maar verstoring en onrust op in de gebieden, ook voor andere kwetsbare soorten. En het ringen van alle zeearenden is volgens It Gea al helemaal overbodig. Opmerkelijk omdat verstoring door ringen uitzonderlijk is in Nederland en alleen van een tijd terug bekend is toen de populatie nog maar vier paar telde. Terwijl het helemaal niet gaat om het ringen van alle jonge zeearenden maar een proportioneel populatiedeel. Dat alles al uit het buitenland al bekend is is eveneens discutabel. Door de ringen en zenders zijn er veel nieuwe feiten over hoe de zeearend zich weet te handhaven in ons overvolle land bekend geworden. Zo broeden er nu zeearenden van het Vogeleiland bij Amsterdam, Duitse zeearenden in Friesland en zijn er soms (erg) nauwe familiebanden. Dat weten we dankzij de ringen en de vele aflezers. Ook weten we hierdoor dat we nu drie reproducerende generaties zeearenden tegelijk in Nederland herbergen. Dat geeft de kracht en aanpassingsmogelijkheden van deze soort mooi weer. Zo lang als het duurt want ziektes en ander malheur zoals een veranderende publieke opinie kunnen snel de situatie veranderen. Kijk maar naar de grauwe gans, steenmarter en bever. Genoeg reden om een deel van de populatie jaarlijks te ringen zou je denken, zo niet in Friesland. Daar ontstaat door het ringverbod van It Fryske Gea een langdurig ‘black-hole’ in de zeearend kennis. Waar gaan de Friese arenden heen, hoe oud worden ze en met wie vestigen ze zich: we weten het niet. Door vele zeearend onderzoekers en vogelliefhebbers wordt dit betreurd. Meten is weten tenslotte en kennis is noodzakelijk voor het behoud van een soort. Zou je denken. Auteur Martijn de Jonge (2024), waarvoor dank. Voor wie facebook heeft kijk ook op Zeearenden in Nederland